woensdag 11 maart 2009

Queenstown en… skydiven!

Na Milford zijn we op vrijdag 6 naar Queenstown gaan rijden, waar we ’s avonds met Susanne, Sarah en Lisa zouden meeten. Toen we aankwamen op de camping in Queenstown, hebben we gelijk onze skydive geboekt, want vanaf Taupo wisten we al zo’n beetje dat we dat in Queenstown wilden gaan doen. ’t Was bij elkaar een slordige 600 dollar, of 250 euro, maja dit vond ik ’t geld wel meer dan waard! We hadden geboekt voor zondag, omdat we vrijdagavond zijn gaan stappen en we wilden niet met een potentiële kater springen… Dus zaterdag hebben we wat door Queenstown gekuierd. Zondagochtend bleek na een weathercheck dat er teveel wind stond, dus werd de skydive verplaatst naar maandag. Was best balen, want niet alleen had ik me erop verheugd, ik was er toch ook wel een heel klein beetje zenuwachtig voor, wat nu nog een dag langer zou duren. Maargoed zondag hebben we nog wat gehiked in de buurt en ’s avonds heeft Maaike, die we in Motueka hadden ontmoet, heerlijk voor ons gekookt. Ruud & Maaike stonden namelijk op dezelfde camping ;) Kleine wereld!

Maandag was het dan zover, we gingen vanaf 4,5 km hoogte uit een vliegtuig springen! Yay! Na ’t ontbijt zijn we naar de opstapplaats gelopen, waar we wat formuliertjes in moesten vullen over dat je het risico begrijpt dat je mogelijk te pletter kan vallen. Tsja, we hadden al betaald, dus toch maar getekend ;) Daarna werden we opgepikt door een busje om naar de dropzone te rijden. De zenuwen begonnen inmiddels toe te slaan, omdat we ook een DVD te zien hadden gekregen over hoe het allemaal zou gaan lopen. Eenmaal aangekomen bij de dropzone hebben we een kopje koffie gepakt en een beetje rondgekeken naar de activiteiten. Er vliegt een vliegtuigje aan de lopende band en je ziet mensen met de parachute naar beneden komen. Toen mochten we onze pakken aantrekken en vanaf dat moment begon ik toch aardig wat kriebels in de onderbuik te voelen. We maakten kennis met onze tandemspringer en onze cameraman. Er is dus gewoon iemand mee gesprongen die het hele zaakje gefilmd heeft. Na de instructies mochten we het vliegtuigje in waarmee we naar 15.000 ft zouden klimmen. Onderweg nog wat foto’s en filmpjes gemaakt en het werd steeds kouder in het vliegtuig. Ik was nu best zenuwachtig, maar gelukkig kon ik nog wel lachen voor de film. Toen was het zover dat Gijs het vliegtuigje uit zou springen. De deur ging open, Gijs schoof naar de deur met zijn master, ze schommelden twee keer heen en weer en toen waren ze in een fractie van een seconde verdwenen. Heel apart en best eng om dat zo te zien. Mijn beurt! M’n hart klopte in m’n keel (tis toch nog net even anders dan een achtbaan), we schoven naar voren, inmiddels goed vastgesnoerd en ingepakt, de master schommelde ook twee keer heen en weer (ondertussen verwachtten ze van me dat ik nog even vrolijk in de camera keek, wat op dat moment niet helemaal lukte :P) en toen vlogen we als een vogel door de lucht. Ik wist niet wat me overkwam, het was een gevoel dat compleet tegen je natuur in gaat. De eerste seconden zijn zoals een achtbaan, maar dan nog een stapje verder. Wel supervet! Daarna raak je aan het vallen gewend en mag je armen uitspreiden. Ik raakte even in paniek, want het ademen lukte niet zo goed door de kou en de snelheid, maar toen herinnerde ik me dat er was verteld dat je door je neus moest ademen. Dat ging een stuk beter. Ondertussen wordt dus alles gefilmd en kan je wat gekke dingen gaan doen. Helaas begon ik me aan het einde van de minuut vrije val pas een beetje op m’n gemak te voelen, zodat ik weinig gekke bekken heb kunnen trekken voordat de parachute open ging. Ook een apart gevoel, want je wordt van 200 km/h afgeremd tot 30 km/h. Ik weet wel nog dat ik dacht, wel chill dat de parachute het doet. Je hebt zo’n 7 minuten een prachtig uitzicht over het steeds groter wordende landschap voordat je land op de dropzone. Daarna was het de master en de cameraman bedanken en daarmee kwam de ervaring alweer tot een einde. Was echt de bom. Knikkende knieën bleven niet uit. ’s Middags hebben we toen de foto’s opgehaald en ’s avonds lekker een steakje gegeten ter afsluiting. Was echt een topdag!

Inmiddels zijn we vanaf dinsdag 10 maart doorgereden naar Timaru, richting Christchurch, waarvandaan ik dinsdag 17 maart alweer naar Sydney vlieg. Tussendoor wilden we nog een gletsjerwandeling gaan doen, waar we 2 uur voor hebben gereden. Eenmaal aangekomen was het rotweer en hebben we de rest van de middag monopolie gespeeld in onze camper, samen met Geert en Richard, die we ook in Motueka hadden onmoet. Die avond zijn we gewoon een hostel binnengelopen om te koken. Na ’t eten hebben we ook erg chill in de tv-room gezeten, terwijl we er helemaal niet verbleven ;) Daarna hebben we en plekje gezocht om te wildkamperen en daarmee komt deze update weer tot een einde!

Het zuider eiland

Na de overtocht met de ferry van Wellington naar Picton zijn we op maanddag 23 februari naar Motueka gereden om daar een paar nachten te blijven. De ferrytocht was vooral tijdens het laatste deel bij Picton erg mooi en de rit naar Motueka ook. Het zuider eiland vind ik wat mooier dan het noorder eiland, omdat er veel meer begroeiing is. In Motueka hebben we Ruud & Maaike ontmoet en Geert & Richard die we eigenlijk nog regelmatig tegenkomen. Zit je toch weer met een hele groep Nederlanders te barbecueën, wat natuurlijk ook wel weer wat heeft ;) Motueka ligt dichtbij het Abel Tasman National Park en daar hebben we een boottochtje gedaan met aaneensluitend een wijnproef tour (was heel gezellig kan ik vertellen) en de dag daarna hebben we gezee-kayaked. Heel apart om langs zulke mooie stukken natuur te varen en zelfs langs zeehondjes. We konden ze bijna aanraken, maar ze waren wat te bang om te komen spelen. Helaas regende het de eerste helft van de dag, maar door het kayakken bleven we warm en ’s middags werd het gelukkig droog.

Na Motueka zijn we op vrijdag 27 februari doorgereden naar de Franz Josef gletsjer, met een tussenstop in Greymouth. Eenmaal aangekomen zijn we naar het puntje van de gletsjer gereden en hebben daar een kleine wandeling gemaakt. Na het zicht op zo’n machtig ijsblokje hebben we een guided tour geboekt. Onderweg naar de gletsjer kwamen we Sarah & Lisa nog tegen, twee Duitse meisjes die ik op de camping in Taupo heb ontmoet en Gijs en Johan al in Auckland. ’s Avonds nog een biertje mee gedronken. Zaterdag hebben we lekker uitgeslapen en de hele dag geen hol uitgevoerd, behalve van internetten. Zondag zijn we vroeg opgestaan voor de gletsjertour, maar ’t was zulk hondenweer dat we probeerden om af te bellen. Gelukkig kon dat nog door een fout in de reservering, want normaal kan je dezelfde dag niet cancellen. We zijn nog even terug ons bed in gekropen en ’s middags hebben we eigenlijk niet veel meer gedaan dan de vorige dag, omdat het de hele dag bleef regenen. Het spannendste dat er gebeurde was dat Gijs de sleutel in de camper had laten liggen en hem daarna op slot had gedaan van buiten. Dus de camping keek wat raar toe, toen wij met een ouwe klerenhanger onze camper binnen probeerden te komen. Wel goed gekomen allemaal verder. De volgende dag was het tijd voor een adembenemende gletsjertour. Met cramp-ons onder onze boots hebben we een hele mooie tocht gemaakt over een gigantische klomp ijs. M’n schoenen waren niet waterdicht, dus ik had natte en ijskoude voeten, maar na 10 minuten zon ’s middags heb ik me voor de rest van de dag prima vermaakt. Het was een tocht van ongeveer 8 uur, maar omdat we vaak moesten wachten op de gids die dan weer een trappetje aan het maken was, was het een stuk minder vermoeiend dan verwacht. ’s Avonds zijn we dan ook nog naar Haast Beach gereden, om de volgende dag door te rijden naar Lake Wanaka.

Toen we op dinsdag 3 maart vertrokken van Haast Beach naar Wanaka heeft Johan de camper bij het strand in zand vastgereden. Dus dat kostte ons een halfuurtje extra en gelukkig hadden we inmiddels insectenspray gekocht tegen de sandfly, want dat zijn echt mini-vampiertjes. 10x erger dan muggen, want ze opereren in bataljons :S En ’t jeukt een week. Voor de rest bijna de hele dag gereden en in de namiddag kwamen we bij Lake Wanaka aan. Na de boodschappen zijn we naar ’t meer gegaan en heel toevallig zat Sarah daar ook weer, met nog een ander Duits meisje (Chris). Dus ’s avonds hebben we maar weer een paar biertjes gepakt bij ’t hostel van de dames.

Woensdag 4 maart zijn we gaan rijden naar Milford Sound, één van de vele fjorden van Nieuw-Zeeland. Het leek ons leuk om deze dag wat lifters mee te nemen en het leek alsof ze dat konden ruiken, want er stonden onderweg vier keer mensen klaar om mee te rijden. Ook wel es leuk om te doen. Onderweg was Gijs z’n schoen verloren, die we op de terugweg, twee dagen later, gewoon weer teruggevonden hebben op de plek waar de laatste lifter was opgestapt. Daar was Gijs best blij mee. Milford Sound hebben we bekeken met een boottochtje. Heel bizar om zo krap tussen de bergen te zitten, maar wel erg mooi. Gelukkig hadden we twee mooie dagen, want het regent er zo’n 300 dagen per jaar. Na Milford zijn we naar Queenstown gereden, waarmee ik het volgende blogje ga beginnen.