zaterdag 30 mei 2009

Van kantoorknul tot jackaroo in 11 dagen

Eindelijk weer eens kans om jullie van een update te voorzien. Blijkt lastiger dan ik dacht om in the middle of nowhere m’n reisverslag bij te houden. Vooral de laatste 2 weken heb ik steeds tot een uurtje of 5 á 6 gewerkt. Daarna bestaat dan sterk de behoefte aan een biertje, een douche en uiteraard nog een biertje. Vervolgens is het etenstijd en voor de rest zijn er bijna altijd overal mensen om me heen, wat het ook niet gemakkelijk maakt om mezelf af te zonderen. Gelukkig heb ik nu even een momentje kunnen vinden in een internetcafé met een grote bak koffie naast me en een stuk taart die ik overigens eerst even ga nuttigen voordat ik verder ga met dit verhaal :)

Na nog wat tijd gerelaxt te hebben in en rond Brisbane was de tijd aangebroken voor de jackaroo cursus. Ik ben op 11 april ’s avonds met de Greyhound bus vanuit Brisbane vertrokken naar Tamworth, het plaatsje waar alle studenten voor de jackarooschool opgepikt zouden worden. Het is trouwens de oudste en volgens eigenzeggen ook de beste jackarooschool in Australië, begonnen in 1984, toen ik nog in de planning was. Het was een busrit van een uurtje of 10, dus ik kwam ’s ochtends vroeg om kwart voor 5 aan in de YHA. Ben toen lekker snel m’n bedje ingedoken. De volgende dag, zondag en één dag voor de start van de school op maandag 13 april, heb ik vast een paar leuke mensen leren kennen die dezelfde cursus zouden gaan volgen. Daarmee ben ik ’s avonds ook naar het plaatselijke Chinese buffet geweest, waar je je voor 20 dollar helemaal ongans kon eten. Om de laatste dag voor de school af te sluiten nog een biertje gepakt bij ’t hostel en toen ’t bedje opgezocht.

Maandag 13 april, de eerste dag van 11 dagen zoals ik nog nooit heb meegemaakt. Helaas begon het allemaal met regen, wat in deze omgeving ongeveer 1 keer in de 3 maanden voorkomt :S We werden om 10 uur ’s ochtends opgepikt door een figuur die regelrecht uit een western gelopen zou kunnen zijn: cowboyhoed, oilskin (lange, leren jas) en cowboylaarzen. Zijn naam is Hilton en hij is overigens geen cowboy, maar een stockman. Voordat we richting ranch zouden vertrekken, moesten er uiteraard nog wat vloeibare verdovende middelen ingeslagen worden. Samen met 1 van de weinige heren die onze school rijk was, genaamd Geoff, besloot ik om maar 2 dozen bier in te slaan. Was toch in de reclame. Achteraf bleek het nog te weinig en Geoff en ik zijn elk op een totaal van 3,5 dozen bier uitgekomen, 24 flesjes per doos, 375 ml per flesje. Wat in 31,5 liter bier resulteert in 11 dagen, ofwel een slordige 3 liter bier per dag… Misschien wel één van m’n betere prestaties. Na verzekerd te zijn van genoeg alcohol gingen we richting ranch. Eenmaal aangekomen kregen we onze kamers toegewezen en was het lunchtijd. Ondertussen werd er stevig gesocialized en met 16 mensen hadden we een fantastische, gezellige groep: 3 Nederlanders, 8 Duitsers, 1 Engelsman (Geoff), 3 Ozzies (waarvan 1 geboren in Servië) en 1 Deense. In totaal waren er 4 heren: 2 Ozzies, Geoff en ikzelf. In de namiddag konden we de staff van een goeie lachbeurt voorzien, want het was tijd voor whipcracking. Hoe vaak de instructeur, Hilton het ook voordeed, mensen bleven zichzelf pijnigen, want het is een stuk moeilijker dan het lijkt. Ikzelf had nogal wat rode plekken op m’n kuiten en onderarmen en ook sommige vingers zagen een beetje rood. Inmiddels heb ik het trucje wel door, maar er was wel pijn. Na meer gesocialized te hebben onder het genot van meerdere biertjes, was het etenstijd en toen we terugkwamen bij het slaaphok, stond er een mooi kampvuurtje op ons te wachten. Tijd voor meer geouwehoer bij ’t kampvuur. Ergens in de middag hebben we trouwens ook nog leren melken, wat voor meer hilarische momenten zorgde. Lang niet alle melk is in ’t emmertje terecht gekomen…

Dinsdag begon de school echt en Geoff en ik hadden de eerste melkbeurt, om fucking half 7 ’s ochtends. Als je zo vroeg in de morgen met een melige Engelsman aan een stel tepels zit te trekken, gaat dat toch best op de lachspieren werken :D Vooral als een koe dan ook nog besluit om even een drukje te doen :S Hilarische gebeurtenis, maar uiteindelijk konden we toch iedereen van verse melk voorzien. Na ’t ontbijt was ’t tijd voor de zadelles. Het paard moest gezadeld worden vanaf de linkerzijde, wat te maken had met de vroegere Engelse, militaire paarden. Omdat de soldaten hun zwaard aan de linkerkant hadden, was de linkerzijde van het paard de makkelijke kant om op het paard te klimmen. Toen iedereen het onder de knie had hoe de dekens, het zadel en alle riempjes op het paard hoorden, mochten we ons toegewezen paard gaan vangen. Toen ons dat verteld werd, had ik verwacht dat we een halfuurtje achter de paarden aan konden gaan rennen, maar de beestje bleken behoorlijk mak te zijn en ’t was een fluitje van een cent. Ik had een mooi, bijna helemaal zwart paard, genaamd Lucile. Gedurende de school bleek ze nogal lui te zijn en ik had moeite om haar vooruit te krijgen. Totdat de baas van de ranch me op de één na laatste dag een stok gaf, waarna ze opeens wel vooruit wilde :S ’s Middags na het zadelen hebben we een ritje gemaakt van ongeveerd 1,5 uur door de adembenemende omgeving. Heuvels, bergen en bomen zover het oog reikt. Had wel wat weg van de Ardennen, maar toch weer anders. Die avond lag iedereen om een uurtje of 9 op bed.

Woensdag mochten we ons te paard wagen aan onze eerste cattlemuster, ofwel vee opdrijven. Eerst moesten we met de paarden naar de paddock lopen waar we de muster zouden gaan doen. De Leconfield property bestaat uit een stuk of 8 paddocks van bij elkaar zo’n 4600 acres. En een paddock is simpelweg een afgezet gebied van de gehele property. Na iedereen in kleine groepjes verdeeld te hebben, gingen we op zoek naar koeien in de paddock. Had je ze gevonden, dan was de bedoeling dat je met een hoop kabaal (lees: het schreeuwen van “woop woop”) de koeien naar de plek bracht waar je ze wilde hebben, in dit geval cattle yards, zodat er met de koeien gewerkt kon worden. Dit kan van alles betekenen: het merken van koeien door een stukje uit het oor te knippen en een brandmerk te geven, taggen van koeien, castreren van kalveren of het scheiden van kalveren van de moeder als ze daar oud genoeg voor zijn om bijvoorbeeld verkocht te worden. Wij, als studenten, mochten proberen om de kalveren op de grond te houden op het moment dat één van deze activiteiten uitgevoerd werd. Ik kan je vertellen, dat de kalveren gek genoeg niet heel stil blijven liggen als ze iets in hun oor geprikt krijgen of als ze ineens twee testikels lichter zijn… Zie foto’s. Na de koeien teruggebracht te hebben naar de juiste paddock zijn we met de paarden teruggelopen, waarna het alweer gauw tijd was voor ’t avondeten. Die avond lag iedereen weer vrij vroeg op bed.

Donderdag was het tijd voor een dagje fencing. Met de benodigde spullen, zoals tangen, steel wire en opgerold hekwerk, zijn we met een paar 4WD’s naar de paddock gereden waar we wat hekken gingen repareren. Was lang niet zo leuk als musteren, maar een beetje werk verrichten in het zonnetje kan ook geen kwaad. We leerden hoe en waar je het staal moest knippen en buigen (wat op zich best vanzelfsprekend was allemaal) en hoe je handige knopen kon maken die voor een stevige reparatie konden zorgen. Het zijn voornamelijk de kangaroos die de hekken slopen, op zoek naar voedsel.

Vrijdag kregen we een les in draven en galopperen, wat natuurlijk een stuk interessanter is dan alleen maar lopen met je paard. Het blijkt alleen toch wat moeilijk te zijn om in ’t zadel te blijven zitten wanneer dat paard begint te rennen dan ik dacht. Hilton kon me gelukkig wat tips geven over hoe ik m’n voeten en benen moest houden, waarna het steeds beter ging.

Zaterdag hadden we een vrije dag, dus ben ik met een paar anderen naar Tamworth gereden om wat boodschappen te doen en even weer in de bewoonde wereld te kunnen zijn (MacDonald’s :P). Zondag hebben we weer een muster gedaan, dit keer met schapen. Na ze in de scheerschuur gebracht te hebben, mochten we proberen er eentje te vangen (zie foto’s :P). Beestjes kunnen nog best hard rennen, ook al zitten ze met z’n veertigen op elkaar gepakt. Daarna mochten we een scheerpoging doen. Daarvoor moest je de kop van het uitgekozen schaap op z’n linkerschouder buigen en de linkerheup op de grond drukken. Met genoeg kracht gaan ze zitten en kan je ze optillen aan de voorpoten. Dan kan je ze op hun kont naar de scheerplek slepen, waar je ze in een positie tussen je benen plaats waadoor ze geen kant opkunnen. Wederom zie foto’s :)

Voor de rest van de school hebben we allemaal een super goeie tijd gehad met meer musters en nog een fencingklusje. Donderdag 23 april, 1 dag voor ’t einde van de school, was horsegames dag. Iedereen had z’n paard inmiddels redelijk onder controle, dus mochten we het tegen elkaar opnemen in een estafette race. Zigzaggen om paaltjes heen en dan van je paard springen om je kop in een emmer water te steken en er een appel uit te vissen met je tanden. Je kent ’t wel. Dankzij de stok die ik had gekregen wou Lucile eindelijk rennen, maar veel heb ik niet gewonnen helaas. Te weinig vals gespeeld.

Vrijdag was het feest helaas afgelopen en iedereen vond het jammer om afscheid te nemen. Met veel mensen heb ik dan ook afgesproken om elkaar thuis weer op te zoeken en er is zelfs een plan om met een aantal mensen naar Afrika te gaan en een tour te doen van Cairo naar Kaapstad. Maar dat is nog maar een conceptplan (ED&I taal). Ik ben tot nu toe blijven hangen op de Leconfield ranch om wat geld uit te sparen. Ik kan er gratis verblijven, ik krijg te eten en ik krijg nog wat zakgeld ook. ’t Is hard werken en totaal anders dan ik gewend ben natuurlijk. De hele dag buiten met je handen aan ’t werk is toch wel even wennen als je een kantoorbaan gewend bent. Maar voor de rest vermaak ik me prima. Ik heb wel besloten om direct na Leconfield naar Fiji te gaan als het mogelijk is, in plaats van in oktober. Na dit werk heb ik wel een tropisch eiland verdiend.

In de hoop jullie weer genoeg geïnformeerd te hebben groet ik u!

Cheers.